Blog
Aan het begin van je carrière komt er nogal wat op je af en maak je meerdere situaties voor het eerst mee. Mogelijk valt ook het zakelijk schrijven in die categorie. Mailen met je docenten of het schrijven van je scriptie oké, maar een eerste zakelijke mail schrijven aan een klant kan toch voor de nodige spanning of onzekerheid zorgen. Wat wordt er verstaan onder zakelijk schrijven, waar moet je op letten bij het aanleren van deze stijl en welke (ongeschreven) regels spelen een belangrijke rol? Aan de hand van 3 tips leer jij in deze blog alles over het toepassen van een zakelijke schrijfstijl. Voor je het weet heb je ‘m in de vingers. Lees je mee?
Wat maakt een schrijfstijl zakelijk?
De zakelijke schrijfstijl anno 2022 is persoonlijk, activerend en makkelijk leesbaar. Met andere woorden: geschreven voor de lezer. Dus geen saaie teksten vol moeilijke woorden en vakjargon waar niemand iets van begrijpt. Dat zijn namelijk de grootste vooroordelen over zakelijk schrijven. Gelukkig kan het ook anders.
3 tips voor een zakelijke schrijfstijl
Kies voor de juiste opbouw
Om je boodschap zo goed mogelijk over te brengen is het verstandig zo snel mogelijk tot de kern te komen. Ongeacht wat je schrijft. Gebruik maken van korte zinnen (maximaal 15 tot 20 woorden) helpt hierbij. Dit is natuurlijk niet zo streng dat je in elke zin je woorden moet gaan tellen. Maar weet: meerdere woorden vragen wel meer van je lezer. Mag wel, maar niet te vaak. De vuistregel die je hierin altijd kan volgen: Houd het bij 1 mededeling per zin. Dan zit je (bijna altijd) safe.
Zakelijk vs ouderwets schrijven
In een poging om zakelijk te schrijven heb je misschien de neiging om opeens hele oude woorden te gebruiken. Dikke tip: niet doen. Ouderwets en zakelijk schrijven zijn namelijk 2 totaal verschillende dingen. Trachten, desalniettemin, onderwijl of in afwachting van uw reactie, verblijf ik. We leven in 2022, dit kan echt anders. Wat dacht je van de alternatieven: proberen, toch en intussen.
Wanneer je zakelijk schrijft wil je verder de lezer graag zoveel mogelijk meenemen in je verhaal. De truc om dit voor elkaar te krijgen? Maak gebruik van signaalwoorden. Deze helpen een lezer om zich voor te bereiden op wat er komt. Zoals de woorden ook en bovendien bij het gebruik van een opsomming en dus of daarom voor het aankondigen van een conclusie. Let je goed op, dan heb je door dat het woord ‘zoals’ net ook een aantal voorbeelden aankondigde.
Pas op met vakjargon
Het gebruik van vakjargon is een aparte kwestie. Op de vraag of je deze toepast in je communicatie, is het antwoord: soms wel, soms niet. De vuistregel op dit gebied? Blijf weg bij vakjargon voor grotere groepen lezers van wie niet iedereen de inhoud kent of begrijpt. Is een ontvanger hier wel in thuis, voel je dan vrij om het alsnog te gebruiken. Is het gebruik van vaktaal sowieso onvermijdelijk in een situatie, zorg dan voor extra uitleg richting de lezer. Bijvoorbeeld door gebruik te maken van een voetnoot een kader of een korte uitleg die tussen de bekende (haakjes) zet.
Ik lees nog snel even terug hoeveel zinnen meer dan 20 woorden bevatten en wens je alle succes!
